Gratis Challenge: Spreek Spaans VOOR deze Zomer van 24 t/m 26 april?

Ik word blij van mensen die genieten. Van mensen die alles uit het leven proberen te halen. Het maakt mij niets uit of dat nu in Spanje is of niet. Maar mocht je graag de Spaanse taal willen spreken VOOR deze Zomer doe dan zeker mee met de Gratis Challenge. Ik nodig je van harte uit om je in te schrijven: https://app.enormail.eu/subscribe/48698d6ecb15444390d3c56e4f7ee89a


Even alvast wat Spaanse lesjes. Deze vind je ook elke week via Facebook www.facebook.com/groups/gratisspaanselessen en Instagram www.instagram.com/cintha_supergoedspaansleren.nl. En op woensdag beginnen we altijd met de palabrotas….


(La Palabra Española 98) 

El miércoles de las palabrotas. De woensdag van de scheldwoorden, maar ook uitdrukkingen. Gewoon zodat je weet wat de Spanjaarden zeggen.

    No me gusta la comida -uitspraak: no me gusta la komida – ik vind het eten niet lekker.

    Qué asco – uitspraak: kè asko – wat smerig / gatver

    Asqueroso / a -uitspraak: askeroso / a – heel erg smerig / walgelijk (-O bij een mannelijk zelfstandig naamwoord en -A bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord. 

    Joder, qué has hecho con la comida -uitspraak: goder kè as etjo kon la komida – Mijn god (eigenlijk iets grover scheldwoord, wat heb je met het eten gedaan.

    No sabes cocinar – uitspraak: no sabes kocinar (slissende c) – Jij kan niet koken. Saber gebruik je niet alleen voor weten, maar ook voor een bepaalde vaardigheid. Bijvoorbeeld Sé nadar – ik kan zwemmen, dus dat je de vaardigheid hebt om te kunnen zwemmen. 


(La Palabra Española 99) 

    Poco hecho – uitspraak: pokko etjo – rare (engels) dus beetje rauw voor vlees. 

    Medio hecho – uitspraak: medio etjo – medium voor gebakken vlees

    Muy hecho – uitspraak: moei etjo – well done voor vlees

    Está casi crudo – uitspraak: esta kasi kroedo – Het is bijna rauw 

    Las patatas cocidas – uitspraak las patatas kociedas (slissende c) – gekookte aardappelen

    Las patatas fritas – uitspraak: las patatas frietas – gebakken aardappelen / patat

    Puré – uitspraak: poeré – puree (bijvoorbeeld: puré de patatas – aardappelpuree)


(La Palabra Española 100) 

Cada semana un ejercicio – uitspraak: kada semana oen egercicio (slissende c)  een oefening. 

Welk werkwoord hoort bij welke zin. Dus welk getal hoort bij welke letter. En probeer de zinnen met bijhorende werkwoord te vertalen in het Nederlands. 


1.     FREÍR                       a. Las verduras con mucha agua en una olla.

2.     BATIR                       b. Todas las cosas juntas en un cuenco.

3.     AÑADIR                   c. El pescado, las patatas o la cebolla.

4.     COCER                   d. Un poco de sal y pimienta.

5.     CORTAR                 e. Los huevos para hacer tortilla.

6.     MEZCLAR               f. El pescado

7.     FILETEAR         g. El pan y la carne en trozos.


(La Palabra Española 101) 

Antwoord Oefening van hierboven Welk getal hoort bij welke letter en vertaal de zin in het Nederlands. 

8.     FREÍR                       a. – 4 COCER las verduras con mucha agua en una olla. De groenten met veel water in een pan koken.

9.     BATIR                       b. – 6 MEZCLAR todas las cosas juntas en un cuenco. Alle dingen samen in een kom mengen.

10.     AÑADIR                   c. – 1 FREIR el pescado, las patatas o la cebolla. De vis, aardappelen of de uien bakken.

11.     COCER                   d. – 3 AÑADIR un poco de sal y pimienta. Een beetje zout en peper toevoegen.

12.     CORTAR                 e. – 2 BATIR los huevos para hacer tortilla. De eieren kloppen om tortilla te maken.

13.     MEZCLAR               f. – 7 FILETEAR el pescado – De vis fileren.

14.     FILETEAR         g. – 5 CORTAR el pan y la carne en trozos. Het brood en het vlees in stukjes snijden.


(La Palabra Española 102) 

Op verzoek nemen we pretparken en kermissen door.

    Vamos a la feria – uitspraak: bamos a la feria – we gaan naar de kermis / beurs

    Vamos al parque de atracciones – uitspraak: bamos al parke de atrakciones (slissende c) – we gaan naar het attractiepark

    Vamos al parque acuático – uitspraak: bamos al parke akwatico met de klemtoon op de 2e a. – we gaan naar het waterpark.

    Zie je het verschil met A LA of AL? A LA = naar de …….een vrouwelijk zelfstandig naamwoord. A + EL wordt AL en betekent naar de ………… mannelijk zelfstandig naamwoord. Even een voorbeeld: Vamos a la iglesia – wij gaan naar de kerk, want het is la iglesia, dus A LA

Vamos al supermercado – wij gaan naar de supermarkt, het is el supermercado, dus A + EL wordt AL.

Wil je graag het e-book met de 300 Palabras Españolas - 185 blz. met korte Spaanse lesjes. Handig te downloaden. Klik hier: https://winkel.supergoedspaansleren.nl/checkout/ebook


Un beso Cintha 

www.supergoedspaansleren.nl/challenge