Even Spaans oefenen als je zin hebt

Wil je graag 1 t/m 300 Spaanse lesjes in 1 mooi e-book 300 Palabras Españolas van 185 blz. + nog wat e-books cadeau. Pak deze superaanbieding https://winkel.supergoedspaansleren.nl/checkout/ebook

 

(La Palabra Española 87) 

We gaan  even reizen

  1. ¿A cuántos kilometros está el aeropuerto? – uitspraak: a kwantos kilometros esta el airopwerto? – Hoeveel kilometer is het vliegveld hier vandaan.
  2. A que distancia está el aeropuerto – uitspraak: a kè distancia (slissende c) esta el airopwerto? – Op welke afstand is het vliegveld.
  3. ¿Cuánto cuesta ir con un taxi al aeropuerto? – uitspraak: kwanto kwesta ier kon oen taxi al airopwerto? - Hoeveel kost het om met een taxi naar het vliegveld te gaan? Zeg niet Cuánto costa, dit hoor ik zo vaak en dan moet ik altijd vreselijk lachen, want dan weet je gewoon dat het Nederlanders zijn. La costa is de kust. En de vraag is altijd cuánto cuesta…….. En natuurlijk kun je ook gebruiken: cuánto vale – uitspraak kwanto bale – hoeveel is het waard letterlijk. Of cuánto es – uitspraak: kwanto es – hoeveel is het.
  4. Buen viaje – uitspraak: bween biejagge – goede reis

 

(La Palabra Española 88) 

El día de las palabrotas. De dag van de scheldwoorden, maar ook uitdrukkingen. Gewoon zodat je weet wat de Spanjaarden zeggen.

 hebben we het over reizen. Wat wordt vaak gezegd als jij op vakantie gaat.

  1. Traeme algo bonito – uitspraak: traaime algo bonito – Breng iets moois voor mij mee.
  2. ¿Qué tal las vacaciones?…. Muy cortas, tío – uitspraak: kè tal las bakacjones.. moei kortas tio – Hoe was de vakantie? ….Heel kort jongen. 
  3. ¿Qué hay ahí para visitar? – uitspraak: kè aai aaiie para bisitar – Wat is daar te bezoeken?

 

(La Palabra Española 89) 

Verder reizen met extra woordenschat voor het vliegtuig:

  1. Billetes de embarque – uitspraak: biejettes de embarke - instapkaarten
  2. Equipaje de mano – uitspraak: ekiepagge de mano - handbagage
  3. Las maletas – uitspraak: las maletas – de koffers
  4. La salida – uitspraak: la salieda – de uitgang
  5. La entrada – uitspraak: la entrada – de ingang
  6. Asiento de pasillo – uitspraak asjento de pasiejo – zitplaats aan het gangpad
  7. Asiento de ventanilla – uitspraak: asjento de bentanieja – zitplaats aan het raampje


 Maak een paar mooie zinnen met bovenstaande woorden in de Besloten Facebook Groep www.facebook.com/groups/gratisspaanselessen, dan help ik je even mee.

 

(La Palabra Española 90)

Oefening: Vertaal deze Spaanse zinnen over reizen in het Nederlands

  1. ¿Qué necesito para pasar por la aduana?   
  2. ¿Tiene usted algo que declarar?      
  3. ¿Está usted de vacaciones en España?      
  4. Perdón. ¿Llega el vuelo a tiempo?   
  5. Por favor, quiero hacer una reserva en su hotel.
  6. Por favor, ¿con quién tengo que hablar para hacer una reserva?  
  7. Quiero comprar este ……(vul in wat je graag wilt kopen). ¿Cuánto cuesta?                     
  8. ¿A qué hora sirven la cena?

 

(La Palabra Española 91) 

Antwoord oefening hierboven. Vertaal deze Spaanse zinnen over reizen in het Nederlands

  1. ¿Qué necesito para pasar por la aduana?         - Wat heb ik nodig om door de douane te gaan?
  2. ¿Tiene usted algo que declarar? - Heeft u iets aan te geven?
  3. ¿Está usted de vacaciones en España? - Bent u op vakantie in Spanje?
  4. Perdón. ¿Llega el vuelo a tiempo? - Pardon, komt de vlucht op tijd?
  5. Por favor, quiero hacer una reserva en su hotel. - Ik wil een reservering maken in uw hotel alsjeblieft.
  6. Por favor, ¿con quién tengo que hablar para hacer una reserva? - Met wie moet ik praten om een reservering te maken alsjeblieft?
  7. Quiero comprar este ……(vul in wat je graag wilt kopen). ¿Cuánto cuesta? - Ik wil deze ……kopen. Hoeveel kost het?    
  8. ¿A qué hora sirven la cena? - Om hoe laat wordt het diner geserveerd?
     

 

(La Palabra Española 92) 

2 weken geleden oefenden we het verschil tussen BIEN en BUENO, allebei de woorden betekenen goed. Bien gebruik je bij werkwoorden en bueno is een bijvoeglijk naamwoord en hoort dus bij een zelfstandig naamwoord. 

 

Bij de oefening waarbij je een keuze moest maken tussen BIEN of BUENO,

stond de vraag: Es muy …bueno…….saber las respuestas. Sommige mensen vonden dit verwarrend en dat snap ik, want je zou zeggen met betrekking op het werkwoord gebruik je bien. MAAR dit is een uitzondering. 

 

Bij het werkwoord SER moet je altijd buen/o/a/os/as gebruiken. Hiermee bedoel ik je dat bueno aan moet passen aan mannelijk of vrouwelijk en meervoud. 

 

Onthoud: SER + BUENO 

– Beber 1 litro de agua al día es bueno.

– María es buena pero tiene mucho carácter.

 


 
Veel gemaakte fouten

  1. ¿Cómo estás? –> Soy bien, gracias. FOUT
  2. Si es bien. Dit kun je NOOIT zeggen. Si está bien is correct.

 

De combinatie SER + BIEN is een grammaticale fout. Correct is SER + BUENO: 

– ¿Cómo estás? –> Estoy bien, gracias.

– Es bueno saber las respuestas.

 

Wil je graag 1 t/m 300 Spaanse lesjes in 1 mooi e-book 300 Palabras Españolas van 185 blz. + nog wat e-books cadeau. Pak deze superaanbieding https://winkel.supergoedspaansleren.nl/checkout/ebook dit boek kun je downloaden en altijd gebruiken wanneer het jou uitkomt.

 

Un beso Cintha

www.supergoedspaansleren.nl/cursussen-overzicht als je in 30 uur Spaans wilt leren spreken.

 

27 jaar geleden leerde ik Snel en Makkelijk Spaans, want ik moest op Mallorca wonen en werken en genieten. Ik leerde mijn Spaanse man kennen, op een gegeven moment keerden we terug naar Nederland. Sinds 2015 wonen wij weer in Spanje, nu met 2 kinderen. Ze waren toen 10 en 12 jaar en ze moesten ook snel Spaans leren, net als ik meer dan 27 jaar geleden. Ook zij leerden het supersnel. Snel en Makkelijk Spaans leren heb ik nu mogelijk gemaakt voor iedereen. Alle leeftijden, geen talenknobbel nodig of veel tijd. Zo leuk om die Spaanse wereld te openen voor jezelf.